Artikel over de vrijeschool opleiding in Zuid-Afrika in de nieuwsbrief van B.V.S

Publicatie: voorjaar 2025 | Geplaatst: 6 dagen geleden | 191 x gelezen

Veel leraren die lesgeven op Waldorfscholen in Zuid-Afrika hebben hun opleiding gevolgd aan het Centre for Creative Education (CCE) in Kaapstad. Tot voor kort kon je als leerkracht jarenlang met een klas meegroeien – van klas 1 tot en met klas 9. Maar daar is nu drastisch verandering in gekomen.

Wat verandert er precies?

Door een verandering in de wetgeving staat dit systeem nu onder druk. Zowel voor huidige studenten als voor leraren die al lang geleden afstudeerden, gaat er veel veranderen. In het reguliere Zuid-Afrikaanse onderwijssysteem word je opgeleid voor óf de onderbouw (klas 1-3) óf de bovenbouw (klas 4-7). Dat betekent dat je je hele schoolcarrière bijvoorbeeld alleen klas 1, 2 of 3 mag geven, tenzij je een aanvullende opleiding volgt. Voor leraren van het CCE die overstappen naar het reguliere onderwijs, gelden dezelfde regels. Op Waldorfscholen werkt het anders: daar blijft een leraar meestal acht jaar lang bij dezelfde klas. In Zuid-Afrika was dat niet anders. Als je in de eerste klas begon, ging je gewoon met je leerlingen mee tot klas 9. Had je dat rondje al eens gedaan, dan kreeg je daarna vaak een hogere klas. Maar dat mag dus niet meer zomaar. De overheid is strenger geworden. Als je de vierjarige opleiding aan het CCE hebt afgerond, ben je officieel nog maar bevoegd tot en met klas 3. Wie met zijn of haar klas mee wil groeien naar hogere leerjaren, moet tijdens het werk aanvullende diploma’s behalen. Voor de scholen is dat een groot probleem: veel leraren blijken zo ineens niet meer bevoegd om les te geven in klas 4 tot en met 8.

Studeren naast het lesgeven

Dat betekent dat leraren naast hun werk opnieuw moeten gaan studeren. Voor elk vak in een bepaalde klas moet een apart dipoma behaald worden – denk aan rekenen in klas 6 of taal in klas 7. Dit geldt ook voor leraren die al meerdere keren een klas door alle jaren heen begeleid hebben. Tegelijkertijd biedt dit ook kansen. Het CCE kijkt in haar opleiding niet alleen naar vakkennis, maar vooral naar de ontwikkeling van het kind – van kleuterklas tot en met klas 8. Dat brede pedagogische perspectief geeft afgestudeerden van het CCE een duidelijke voorsprong op reguliere opleidingen. Maar om les te mogen geven in hogere klassen, moeten ze nu dus wél ook op papier aan kunnen tonen dat ze de lesstof beheersen.


Nieuwe eisen voor de opleiding zelf

Niet alleen de leraren, maar ook het CCE zelf staat voor een uitdaging. De opleiding moet de nieuwe diploma’s aanbieden en de inhoud en kwaliteit ervan waarborgen. Dat vraagt om deskundige leiding. De afgelopen jaren zijn veel ervaren docenten met pensioen gegaan. Gelukkig heeft Joan Sleigh – oud-bestuurslid van de antroposofische vereniging in Dornach en zelf Zuid-Afrikaanse – deze taak op zich genomen. Er is ook een groep docenten van het CCE mee bezig is, maar ook zij moeten een bepaalde graad hebben om dat te mogen doen.


Kwaliteit en samenwerking met universiteiten

De positieve kant van deze verandering is dat de opleiding inhoudelijk naar een hoger niveau wordt getild. Er wordt gewerkt aan een samenwerking met een universiteit, zodat het CCE straks drie officiële diploma’s kan uitreiken: voor het kleuteronderwijs, de onderbouw én de hogere klassen van het basisonderwijs. Er is al vooruitgang geboekt. Tijdens de jaarlijkse gezamenlijke conferentie van Waldorfscholen in Zuid-Afrika kunnen leraren bijvoorbeeld al diploma’s of aantekeningen behalen. Toch moet er nog veel gebeuren om het nieuwe systeem goed te implementeren. De veranderingen vragen veel van zowel leraren als opleiders, maar ze kunnen ook zorgen voor een stevige verankering van het Waldorfonderwijs in het bredere Zuid-Afrikaanse onderwijssysteem – met meer erkenning, betere aansluiting en blijvende kwaliteit.


Irene Storm-Bordewijk

U kunt de projecten van het IHF een warm hart toedragen door:
Te doneren
Te schenken
Acties te organiseren